Anaula Nature Resort tuin en omgeving

Het eiland Anaula is voor pakweg 2/3 deel nagenoeg ongemoeid gelaten. Dat gedeelte is nog steeds primair, ongerept bos. Het overige deel van het eiland werd open gekapt voor bebouwing van cabana’s, restaurant, zwembad e.d.. Hierbij zijn zoveel mogelijk oorspronkelijke bomen blijven staan en bomen bij geplant, die gewoonlijk in dit gebied voorkomen. Daarnaast zijn er op dit gedeelte heel wat vruchtenbomen geplant, die in het primair bos niet voorkomen.

Palm.
In de tuin zult u diverse soorten palmbomen tegenkomen. Sommige zijn sierpalmen, maar anderen zijn weer palmen waar de bessen of noten voor niet alleen de lokale mensen van grote waarde zijn.

De Podosiri (Euterpe oleracea-L, Acai-E). We noemen ook wel de pina- of palissadepalm. De acai groeit in Brazilie, Peru en Suriname. Het bevat een hoge concentratie van antioxidanten en kent hoge voedingswaarden. Het wordt ook als afslankmiddel gebruikt, omdat het vet zou verbranden. Dus wordt podosiri ook als superfood bestempelt. De smaak doet denken aan bosbessen, noten en chocolade. Het hart binnen in de stam (wij noemen dat kabbes) wordt gegeten en de bladeren worden als dakbedekking gebruikt. De donkerblauwe tot paarse besjes hangen als grote trossen in de bomen en na de oogst moet het eigenlijk snel verwerkt worden, anders zou het snel gaan rotten. De besjes worden worden geweekt en met schil en al tot pulp vermalen en als een soort dikke pulp/brij/pap koud gegeten. Soms wordt er wat melk toegevoegd of een zoetstof. In Brazilie zijn inmiddels grote plantages waar acai geteeld wordt om aan de vraag uit Amerika en Europa te kunnen voldoen.
Anekdote: Margo, een van de vrouwen uit het dorp en medewerkster bij Anaula, drinkt naar eigen zeggen elke dag een glaasje . Nou ik mag u zeggen, zij heeft echt geen greintje vet aan haar lijf, gespierd en sterk!

De Koemboe (Oenocarpus bacaba-L, Turu palm-E) komt voor in het noordelijke gedeelte van het Amazonegebied, Brazilie, Frans Guyana, Suriname, Colombia en Peru. De besjes zijn grijsblauw. De bloeiaren zijn onzettend mooi en fleurig, t doet je denken aan Rastahaar met kraaltjes erin. Het gebruik ervan is nagenoeg hetzelfde als bij de acaipalm. De besjes worden geperst, wat een vettige, chocoladeachtige drank oplevert. De besjes worden ook gebruikt om spijsolie van te maken.

Maripa (Atalea maripa-L, Maripa-E). Deze palm kan wel tot 25 tot 30 meter hoog worden. De tribale bevolking (Inheemsen en Marrons) gebruiken de pitten van de vruchten, die in grote trossen aan de boom hangen, al eeuwen voor het maken van olie. De nootachtig geur van de olie lijkt op die van kokosolie. De maripaolie wordt gebruikt om mee te koken, maar ook om het haar en huid te verzorgen.
De olie bestaat uit verzadigde vetzuren, waaronder laurine- en myristinezuur. Het verhoogt dus de cholesterol, maar dan wel de goede cholesterol. Er zijn aanwijzingen, dat de olie een gunstig effect heeft op de cholesterol-DHL verhouding en daarmee het risico op hart- en vaatziekten verkleint. Deze zuren zijn mogelijk in staat schadelijke micro-organismen te bestrijden. Het zou dus werken tegen HIV, herpes, ringworm en acne.
De sap van de jonge blaadjes van de Maripapalm (maar ook van de koemboepalm) wordt door de inheemsen op een snee gedruppeld om de bloeding te stelpen. Het vruchtvlees wordt graag genuttigd door niet alleen de dieren uit het bos, zoals apen en de agoetie (Kon-Koni of boskonijn), maar ook door ons!

Obépalm (Elaeis guineensis-L, Red Palm-E), De onrijpe vruchten zijn zwart en worden oranje als ze rijp zijn. Ze hangen in grote trossen aan de boom. Zowel het vruchtvlees als de pit wordt gebruikt om olie van te maken. Het vruchtvlees geeft een oranjeachtige olie met een zeer hoge zuurtegraad, terwijl de primaire olie uit de kern van de pit komt en transparant is. Obé-olie staat meer bekend als palmolie en wordt bijvoorbeeld gebruikt als basis voor magarine. Tegenwoordig wordt t ook gebruikt voor de productie van biodiesel. De olie bevat 10 maal zoveel caroteen als wortel en bevat 7 soorten vitamine E. Uitermate geschikt als UV protector.

Sierpalmen komen ook voor in de Anaulatuin. Ze hebben geen nuttige waarde, maar zijn er voor de moi-moi, voor de sier dus, zoals de Koningspalm (Roystonea regia-L, Royal Palm-E), de Kerkpalm (Dypsis lutescens-L, Golden Cane Palm-E), de Rode palm (Cyrtostachys Renda-L, red sealing wax palm of lipstick-E), en diverse soorten waaierpalmen

Fruitbomen.

Kersen.

De acerola (Malpighia Glabra-L, Barbados-cherry of West-Indian cherry-E). Het hoort tot de meest vitamine C-rijke vruchten ter wereld. Wordt daarom als supplement gebruikt vanwege de hoge concentraat aan vitamine C.

Eugenia uniflora De monki-monki kers (-L, Surinam Cherry-E) of Het is een sterke antioxidant omdat er lycopeen in zit. Het wordt gebruikt tegen griep, verkoudheid en koorts. Ook bij reumatische pijnen. Gebruik: trek een thee van een tak van ca. 11 cm op een half liter water. Tegen keelpijn: 3 x daags drinken. De vruchten hebben 1 of 2 pitten. Let op: sommige mensenkunnen allergisch zijn voor de pitten, dus liever niet er in bijten. De vruchten zijn een goede bron van Vitamine A, C, ijzer en iodine. Het werkt dus ook goed tegen diarree. De bladeren bevatten onder andere citronella, daarom wordt deze plant vaak ook als sierplant gebruikt, die ook nog nuttig is bij het verjagen van muskieten. In Brazilië worden de vruchten gefermenteerd tot wijn of azijn.

Manja (Mangifera-L, Mango-E).
Er staan in de Anaula tuin diverse mangosoorten, of zoals wij in Suriname zeggen: Manja. Er schijnen over de wereld 100 soorten manja’s te zijn. De soorten die in Suriname voorkomen zijn: de tete, roodborstje, cayenne, golek, aromanis en papaja manja. En alle soorten komen hier in de tuin voor. Na banaan is de manja het belangrijkste fruit in de tropen. Groene manja’s worden in de curry of in de chutney gebruikt. De bloemen worden ook als groente.

Noni of Indische moerbei (Morindo citrifolia-L, Noni of Indian Mulberry-E)  of. Wordt ook wel als stinkyfruit aangeduid, omdat het een onaangename geur heeft (rotte kaasgeur). Als het transparant en zacht is dan is het rijp. Het vergroot het weerstandsvermogen, verbetert de nachtrust. Het werkt kalmerend. Onderzoekers bevestigen de werking als immuunbooster, die allerlei afbraakprocessen tegengaat. In India wordt t ook als potentie-verhogend middel gebruikt. Velen geloven in de kracht van noni om kanker te genezen. Er is de laatste jaren heel veel onderzoek gedaan en Dr Baklayan uit Munchen heeft middels onderzoek op proefdieren aangetoond dat na enkele weken toediening van druppels noni  de onco-parasitaire belasting tot 0 is gereduceerd.   Verhitte bladeren worden als pijnstiller uitwendig gebruikt. Wordt ook als bloeddrukverlagend middel gebruikt. De volgende eigenschappen worden toegekend: pijnverzachtend, ontspannend, vochtafdrijvend, ontgiftend, nergiegevend, laxerend, antiparasitair en antibacterbacterieel. Nonisap werkt cholesterolverlagend bij rokers.

Carambola (Averrhoa carambola-L, Brimbing-E) of stervrucht, die we hier de Fransman-Birambi noemen.

Ronde birambi of Grosella (Phyllanthus acidus -L, Gooseberry-E). De zure vruchten zijn rijk aan vitamine C. Ze worden gezoet als fruit gegeten. In suiker gekookt verkleurt het vruchtvlees naar robijnrood. De vruchten worden ook gebruikt voor de bereiding van chutney’s en sauzen. Tevens worden de vruchten zoetzuur ingelegd met andere vruchten. Ook kunnen de vruchten in drank en azijn worden verwerkt.

Lange birambi (Averrhoa bilimbi-L, cumcumber tree-E). Het is een zeer zure vrucht, vol  vitamine C en enkele vormen van vitamine B3. Overrijpe of bijne verrotte vruchten worden tegen huidaandoeningen gebruikt, tegen schimmel huidkloven, jeuk en huiduitslag. De ronde birambi wordt met suiker gestoofd als een compote of op azijn gezet. Van de lange wordt ook chutney gemaakt. De hindustanen in Suriname drinken de thee van de gedroogde bladeren tegen hoge bloeddruk. De vruchten kunnen ook worden gekookt en het kookwater wordt als medicinale thee tegen hoge bloeddruk gedronken. Ingemaakte birambi zou de darmwerking vertragen, daarom wordt de birambi ook tegen diarree gebruikt. Het zou bloedsuikerverlagend werken en het zou de lever beschermen. Onderzoekers hebben bewezen dat ratten die door vergiftiging een slechtwerkende lever hadden veel sneller tot genezing kwamen als ze een aftreksel van het birambiblad kregen toegediend. In Indonesie zijn de bladeren van de birambiboom de basis voor een zalf tegen atritis.

Papaja (Papaya-E), pitjes worden gebruikt tegen darmparasieten, ook vanwege de laxerende werking. Jonge papaja wordt als groente klaargemaakt, evenals de bloemen. Papaja is rijk  aan betacaroteen, dat een grote rol speelt bij de bescherming van de vrije rdicalen die bepaalde kankersoorten veroorzaken. Bij dengeu en chikungunya wordt ook sap van de jonge papayabladen toegediend.

Pommerak of Java-appel (Syzygium aqueum-L, water-apple of bell-fruit-E) is familie van de surinaamse appel en wordt ook vaker verward hiermee. De pommerak is een peervormige vrucht met een rode schil en wit vruchtvlees. Het kan droog zijn of sappig. Deze vrucht staat ook bekend als Djamboe Aer.
Surinaamse appel (Syzygium samarangense-L, Java Apple of Wax Jambu of Semarang Rose Apple-E). De naam appel is raar want de vrucht heeft de vorm van een gedrongen peer. In Indonesie staat het ook bekend als jambu semerang. Op Curacao wordt deze vrucht Kashu di Suriname (Surinaamse appel) genoemd, terwijl het in Suriname ook wel Curacaosche appel wordt genoemd.

Sterappel (Chrysophyllum cainito-L, Star-Apple-E). Niet te verwarren met de appel: sterappel. Het vruchtvlees is zoetig als een lychee, maar met een andere smaak. De buitenschil is dun en glad, maar de binnenschil is dik, taai en vlezig en bevat bittere, witte latex (melksap).  De schil is oneetbaar en het melksap uit de schil mag bij het opensnijden van de cainito niet op het vruchtvlees terechtkomen.

Guave (Psidium guajava-L, Guava-E). De vrucht is rijk aan vitamine C, β-caroteen en pectine. Het vruchtvlees is volrijp zacht, sappig, door kleine steencellen korrelig, wittig, gelig, geelgroen of roze van kleur en in het midden vaak rood getint. De smaak is aangenaam zoetzuur aromatisch en lijkt op dat van de aardbei of peer.

Tamarinde (Tamarindus indica-L, Tamarind-E) of asem. Hard hout. Werd vroeger in de meubelmakerij gebruikt. In de slaventijd werden de takken als zwepen gebruikt. Uit de pulp van de vrucht wordt siroop gemaakt. Maar de pulp wordt in Suriname ook als ingredient in de keuken gebruikt. Een van de bestanddelen van Worcestersaus is Tamarinde. In de oosterse keuken wordt hij veel gebruikt. Tamarinde is koortswerend, het wordt aan mensen met koorts gegeven. Bij de Hindustanen wordt het gegeven aan zwangere vrouwen als strijdmiddel tegen misselijkheid, omdat het de gal afdrijvend is en spijsvertering bevorderend. Tamarinde wordt ook ingezet om de bloedsuikerspiegel omlaag te brengen.

Sapotille (Manilkara zapota-L, Sapodilla-E). De vrucht heeft een karamelachtige smaak en kan zo gegeten worden door het te halveren en uit te lepelen. Er wordt ook wel jam van gemaakt.

Citroengras (Cymbopogon citratus-L, lemon grass of oil grass- E). Deze plant van de grassenfamilie wordt ook wel Sereh genoemd. De bladeren van de plant worden gebruikt in de keuken. Ze hebben een zure, frisse, citroenachtige smaak. Het kruid is ook in poedervorm verkrijgbaar.

Citrus Anaula kent een aantal citrusbomen, zoals:

Pompelmoes. Wanneer u geneesmiddelen neemt, kunt u beter geen pompelmoes eten. Pompelmoes (en sommige andere citrusvruchten zoals limoenen en bittere appelsienen) bevat een chemische stof, furanocumarine, die het metabolisme beïnvloedt. Het versterkt het effect van een geneesmiddel met wel 5 tot 10 keer en die overdosis kan gevaarlijk zijn.

Limoen (Citrus aurantifolia-L, Key Lime-E).

In Suriname wordt deze vrucht lemmetje genoemd. Het vruchtvlees is erg zuur van smaak. Het wordt gebruikt in dranken en als smaakmaker. Limoen is met een pH van 2,1 (voor zover bekend) de zuurste vrucht die er is. Je kunt er dus ook prima mee ontvetten.

Mandarijn (Citrus reticulata-L, Mandarin Orange of Robson-E). De mandarijn is een kleine sinaasappel, die wel eens verward wordt met de Tangarijn, die pitjes hebben en een zoete smaak.

Kasjoe (Anacardium occidentale-L, Cashew-E). De vruchthuid bevat het gif cardol, dat ernstige huidirritaties kan veroorzaken. Een onderdeel van de verwerking van de vruchten tot eetbare noten is het verwijderen van de huid met het gif. De van de huid ontdane noten worden op diverse manieren verwerkt: ze kunnen in olie gebakken worden (en eventueel gezouten), met hete lucht geroosterd, in suiker gecoat zoals een suikerpinda, voorzien worden van een beslaglaagje vergelijkbaar met borrelnoten of gebruikt worden als keukeningrediënt. Cashewnoten zijn niet alleen lekker maar ook gezond, want ze bevatten veel magnesium en fosfor en daarnaast eiwit en ijzer.

Walaba (Leguminosae-L, Wallaba-E). Deze boom is goed herkenbaar aan zijn grote, platte, hangende peulen. Walaba hout is een zeer harde houtsoort, dat moeilijk verrot. Ook op Anaula wordt dit hout als bouwmateriaal gebruikt, vooral daar waar het hout regelmatig met regen- of grondwater in aanraking komt. Het heeft een typische eigen olie en geur.

Tonka (Dipteryx Odorata-L, Cumaru-E). De tonkaboon heeft de geur van vanille, amandel, kaneel en kruidnagel. Ze vindt dan ook haar toepassing in parfum en tabakmengsels. Vroeger werd olie gewonnen uit tonkabonen en tot margarine, of zogenoemde tonka-boter verwerkt. Later werd deze tonka-boter vrijwel volledig verdrongen door margarine gemaakt uit palmolie.

Banaan (Musa-W, Banana-E). De banaan is een van de oudste geteelde gewassen in de wereld. De bloemen op de dikke, algemene bloeistengel zijn in dwarse rijen geplaatst en elke rij in de oksel van een groen of purperen schutblad. Aan de top van de bloeistengel zitten vele rijen mannelijke bloemen met vijf meeldraden. De zesde meeldraad ontbreekt vaak. Aan de voet van de bloeiwijze zitten vrouwelijke bloemen die naar de top toe vaak overgaan in tweeslachtige bloemen. Uit een langs een zijde opengespleten kelkbuis komt de tweelippige kroon tevoorschijn.

Bamboe (Bambuseae-L, Bamboo-E) . Bamboesoorten groeien vaak heel snel. De snelst groeiende plant ter wereld is een bepaalde bamboesoort waarvan reeds groeisnelheden van een meter per dag zijn waargenomen. Ze kunnen 35 meter hoog worden met een stamdikte van 35 cm. Het kent vele toepassingen als meubels, muziekinstrumenten, vishengels e.d.. Op Anaula kennen we de groene, de gele en de struikachtige? bamboe.

Knippa (Melicoccus bijugatus-L, Spanish lime -E). De vruchten rijpen gedurende de zomer en lijken enigszins op de lychee uit dezelfde plantenfamilie. De dunne, gladde, groene, leerachtige schil kan met de hand verwijderd worden, waarna het geelachtige of zalmkleurige, doorschijnende, sappige vruchtvlees tevoorschijn komt. Het weinige vruchtvlees zit vast aan een grote, gelig-witte, ovale pit, die een witte kern heeft. De smaak van het vruchtvlees varieert van zuur tot zoet.[:en]

The Anaula Nature Resort Garden and Surroundings

The island of Anaula has been left untouched for almost 2/3. That part is still primary, pristine forest. The remaining part of the island was cut open for cabana’s, restaurant, swimming pool etc. As much as possible, original trees are left standing and planted trees usually found in this area. In addition, a lot of fruit trees have been planted in this area, which do not occur in the primary forest.

Palmtrees. In the garden you will encounter various types of palm trees. Some are ornamental palms, but others are palms where the berries or nuts for not only local people are of great value.

The Podosiri (Euterpe oleracea-L, Acai-E). We also call the pina or palissade palm. The acai grows in Brazil, Peru and Suriname. It contains a high concentration of antioxidants and has high nutritional values. It is also used as a slimming agent because it burns fat. Thus, podosiri is also described as superfood. The taste reminds of blueberries, nuts and chocolate. The heart inside the trunk (we call it Kabbes) is eaten and the leaves are used as roofing. The dark blue to purple berries are like big bushes in the trees, and after harvest it has to be processed quickly, otherwise it would soon be rotten. The beans are ground and peeled with peel and pulp and cold as a kind of thick pulp / mash / porridge. Sometimes some milk is added or a sweetener. Brazil has now grown large plantations where acai is grown to meet the demand from America and Europe.
Anecdote: Margo, one of the women in the village and an employee at Anaula, drinks a glass every day. Well, I can tell you, she really has no grain of fat on her body, muscular and strong!

The Koemboe (Oenocarpus bacaba-L, Turu palm-E) occurs in the northern part of the Amazon region, Brazil, French Guiana, Suriname, Colombia and Peru. The beans are gray-blue. The blooms are incredibly beautiful and colorful, you remember Rastahaar with beads in it. Its use is almost the same as the acai palm. The beans are squeezed, which yields a greasy, chocolate-like beverage. The berries are also used to make cooking oil.

Maripa (Atalea maripa-L, Maripa-E). This palm can grow up to 25 to 30 meters high. The tribal population (Indigenous and Marrons) use the pips of fruits, which are largely rooted in the tree for centuries for making oil. The nutty odor of the oil resembles that of coconut oil. The maripa oil is used to cook, but also to care for the hair and skin.
The oil consists of saturated fatty acids, including lauric and myristic acid. It therefore increases the cholesterol, but then the good cholesterol. There are indications that the oil has a beneficial effect on the cholesterol-DHL ratio, reducing the risk of cardiovascular disease. These acids may be able to control harmful microorganisms. It would work against HIV, herpes, ringworm and acne.
The juices of the Maripa palm leaves (but also of the koemboalm) are dropped by the indigenous people to cut the bleeding. The flesh is eaten by not only the animals from the forest, such as monkeys and the daisy (Kon-Koni or forest rabbit), but also by us!

Obépalm (Elaeis guineensis-L, Red Palm-E), the immature fruits are black and turn orange when they are ripe. They hang in big bushes on the tree. Both the flesh and the pit are used to make oil. The flesh gives an orange-like oil with a very high acidity, while the primary oil comes from the core of the pit and is transparent. Obese oil is more commonly known as palm oil and is used, for example, as a basis for magarine. Nowadays, t is also used for the production of biodiesel. The oil contains 10 times as much carotene as root and contains 7 kinds of vitamin E. Extremely suitable as UV protector.

Ornamental palms also occur in the Anaul Garden. They have no useful value, but are there for the moi moi, for the ornamental, such as the royal palm (Roystonea regia-L, Royal Palm-E), the palm palm (Dypsis lutescens-L, Golden Cane Palm-E) The red palm (Cyrtostachys Renda-L, red seal wax palm or lipstick-E), and various types of impeller

Fruit trees. Cherries. The acerola (Malpighia Glabra-L, Barbados-Cherry or West Indian Cherry-E). It belongs to the most vitamin C-rich fruits in the world. Therefore, it is used as a supplement because of the high concentration of vitamin C.

Eugenia uniflora The monki-monki cherry (-L, Surinam Cherry-E) or It is a strong antioxidant because it contains lycopene. It is used for flu, cold and fever. Also in rheumatic pains. Use: draw a tea of ​​a branch of about 11 cm on a half liter of water. Against sore throat: Drink 3 x a day. The fruits have 1 or 2 kernels. Note: some human cancers are allergic to the pips, so rather do not bite. The fruits are a good source of Vitamin A, C, Iron and Iodine. It also works well against diarrhea. The leaves contain, among other things, citronella, which is why this plant is often used as a ornamental plant, which is also useful in killing mosquitoes. In Brazil, the fruits are fermented into wine or vinegar.

Manja (Mangifera-L, Mango-E).
There are several mango species in the Anaula garden, or as we say in Suriname: Manja. There seem to be 100 kinds of manjas around the world. The species found in Suriname: the tete, red breast, cayenne, golek, aromanis and papaya manja. And all kinds come here in the garden. After banana, the manja is the most important fruit in the tropics. Green manjas are used in the curry or in the chutney. The flowers are also grown as vegetables.

Noni or Indian mulberry (Morindo citrifolia-L, Noni or Indian Mulberry-E) or. Also referred to as stinky fruit because it has an unpleasant smell (rotten cheese flavor). If it’s transparent and soft then it’s ripe. It increases the resistance, improves sleep. It works soothingly. Researchers confirm the function as an immune booster, which counteracts all kinds of degradation processes. In India, t is also used as a potency enhancer. Many believe in the strength of noni to cure cancer. There has been a lot of research in recent years, and Dr. Baklayan from Munich has shown that research on animals has shown that after a few weeks of administration of drops of noni, the onco-parasitic load has been reduced to 0. Heated leaves are used externally as an analgesic. Also used as a blood pressure lowering agent. The following properties are assigned: painkillers, relaxing, moisturizing, detoxifying, nergistic, laxative, antiparasitic and antibacterial. Nonisap works cholesterol lowering in smokers.

Carambola (Averrhoa carambola-L, Brimbing-E) or star fruit, which we call the Frenchman-Birambi here.

Round brambi or Grosella (Phyllanthus acidus -L, Gooseberry-E). The sour fruits are rich in vitamin C. They are sweetened as fruit eaten. Cooked in sugar, the flesh turns to ruby ​​red. The fruits are also used for the preparation of chutney and sauces. In addition, the fruits are sweetened with other fruits. The fruits in beverage and vinegar can also be processed.

Long brambi (Averrhoa bilimbi-L, cumcumber tree-E). It is a very sour fruit, full of vitamin C and some forms of vitamin B3. Overripe or even rotten fruits are used for skin conditions, against fungal skin glands, itching and rashes. The round birambi is stewed with sugar as a compote or on vinegar. Chutney is also made of the long one. The Hindustans in Suriname drink the dried leaves tea against high blood pressure. The fruits can also be boiled and the boiling water is consumed as high blood pressure medicinal tea. Captioned birambi would slow down intestinal activity, therefore the birambi is also used for diarrhea. It would work low blood sugar and it would protect the liver. Researchers have shown that rat poisoning had a poorly acting liver much faster to cure when given a stock of biram leaflets. In Indonesia, the leaves of the bamboo tree are the basis for an ointment against atritis.

Papaya-E, pits are used against intestinal parasites, also because of the laxative action. Young papaya is prepared as vegetables, as well as the flowers. Papaya is rich in beta-carotene, which plays a major role in protecting the free radicals that cause certain cancers. At dengeu and chikungunya, juices of the young papayas are also fed.

Pommerak or Java apple (Syzygium aqueum-L, water-apple or bell-fruit-E) is a family of the surinamese apple and is also more often confused with this. The pomelo is a pear-shaped fruit with a red peel and white flesh. It can be dry or juicy. This fruit is also known as Djamboe Aer.
Surinamese apple (Syzygium Samarang-L, Java Apple or Wax Jambu or Semarang Rose Apple-E). The name apple is weird because the fruit is in the form of a pushed pear. In Indonesia it is also known as jambu semerang. On Curacao, this fruit is called Kashu di Suriname (Surinamese apple), while it is also called Curacao apple in Suriname.

Star apple (Chrysophyllum cainito-L, Star-Apple-E). Not to be confused with the apple: sterappel. The flesh is sweet like a lychee, but with a different flavor. The outer shell is thin and smooth, but the inner shell is thick, sticky and fleshy and contains bitter white latex (milk juice). The peel is inedible and the milk crust from the shell may not end up with the cainito when the cainito is cut.

Guava (Psidium Guajava-L, Guava-E). The fruit is rich in vitamin C, β-carotene and pectin. The flesh is full of soft, juicy, tiny, pale yellow, yellowish, yellowish green or pinkish color, and red-tinted in the middle. The taste is pleasant sweet and sour aromatic and resembles that of strawberry or pear.

Tamarind (Tamarindus indica-L, Tamarind-E) or breath. Hardwood. Used to be used in the furniture industry. During the slaughter time the branches were used as whips. The syrup is made from the fruit pulp. But the pulp is also used as an ingredient in the kitchen in Suriname. One of the ingredients of Worcester’s sauce is Tamarinde. He is widely used in oriental cuisine. Tamarind is fever resistant, it is given to people with fever. In Hindustans, it is given to pregnant women as a fight against nausea, because it is bile driving and promoting digestion. Tamarind is also used to reduce blood sugar levels.

Sapotille (Manilkara zapota-L, Sapodilla-E). The fruit has a caramel-like taste and can be eaten by halving and peeling. Jams are also made.

Lemongrass (Cymbopogon citratus-L, lemon grass or oil grass- E). This plant of the grass family is also called Sereh. The leaves of the plant are used in the kitchen. They have an acidic, fresh, lemon-like taste. The herb is also available in powder form.

Citrus Anaula has a number of citrus trees, such as:

Grapefruit. When taking medicines, you should not eat a pumpkin nut. Pumpkin nutmeg (and some other citrus fruits such as limes and bitter apples) contains a chemical, furanocumarine, which affects metabolism. It enhances the effect of a drug by 5 to 10 times and that overdose can be dangerous.

Lime (Citrus aurantifolia-L, Key Lime-E). In Suriname this fruit blade is called. The flesh is very sour of taste. It is used in beverages and as a flavor. Lime with a pH of 2.1 (known as known) is the acidest fruit there. So you can easily degrease it.

Mandarin (Citrus Reticulata-L, Mandarin Orange or Robson-E). The mandarin is a small orange, which is sometimes confused with the Tangarijn, which has pits and a sweet taste.

Kasjoe (Anacardium occidentale-L, Cashew-E). The fruit skin contains the poison cardol, which can cause severe skin irritations. One part of the processing of the fruits into edible nuts is the removal of the skin with the poison. The nuts removed from the skin are processed in a variety of ways: they can be baked in oil (and optionally salted) with hot air roasted in sugar coated like a sugar peanut, equipped with a filler layer similar to bacon or used as a culinary ingredient. Cashew nuts are not only tasty but also healthy, because they contain a lot of magnesium and phosphorus, as well as protein and iron.

Walaba (Leguminosae-L, Wallaba-E). This tree is well recognizable by its large, flat, hanging pods. Walaba wood is a very hard wood, which is difficult to rot. Also on Anaula, this wood is used as a construction material, especially where the wood is regularly contacted with rainwater or groundwater. It has a typical own oil and smell.

Tonka (Dipteryx Odorata-L, Cumaru-E). The pitcher has the smell of vanilla, almond, cinnamon and clove. She finds her application in perfume and tobacco blends. In the past, oil was extracted from tons of beans and to margarine, or so-called tonka butter. Later this tonka butter was almost completely displaced by margarine made from palm oil.

Banana (Musa-W, Banana-E). The banana is one of the oldest cultivated crops in the world. The flowers on the thick, general flower angel are placed in transverse rows and each row in the armpit of a green or purple leaf. At the top of the flower angel there are many rows of male flowers with five stamens. The sixth stamens are often missing. At the foot of the inflorescence are female flowers that often pass to the top in two-legged flowers. The twisted crown is emerging from a cistern open by one side.

Bamboo (Bambuseae-L, Bamboo-E). Bamboo species often grow very quickly. The fastest growing plant in the world is a certain bamboo species whose growth rates of one meter per day have already been observed. They can be 35 meters high with a stem thickness of 35 cm. It has many applications like furniture, musical instruments, fishing tackles, etc. In Anaula we know the green, the yellow and the bushy? bamboo.

Knippa (Melicoccus bijugatus-L, Spanish lime -E). The fruits mature during the summer and appear somewhat on the lychee of the same plant family. The thin, smooth, green leathery peel can be removed by hand, after which the yellowish or salmon-colored, translucent juicy flesh appears. The small flesh is attached to a large, yellowish-white, oval pit, which has a white core. The taste of the pulp varies from acid to sweet.