[:nl]De Marrons van Suriname zijn afstammelingen van Afrikanen die door slavenhalers onder dwang naar Suriname zijn gebracht. Daar bevrijdden zij zichzelf uit de slavernij en vestigden ze zich in het oerwoud.
De Surinaamse Marroncultuur wordt weleens het best bewaarde stukje Afrika buiten Afrika genoemd. Toch is het een eigen cultuur die altijd in beweging is geweest. Oorlogen, grondroof, natuurrampen en migratie hebben de Marrongeschiedenis getekend
De Marrons wonen over het algemeen in dorpen aan de oevers van rivieren. De dorpen hebben gemiddeld zo’n twee- tot driehonderd inwoners. Hun voornaamste bestaansmiddelen zijn akkerbouw en visvangst. De akkerbouw wordt gedaan op kostgrondjes, kleine landbouw grondjes in de jungle die met de hand bewerkt worden. Na enkele jaren zijn ze overwoekerd en dan moeten ze vervangen worden door nieuwe kostgrondjes. Deze manier van landbouw wordt ‘shifting cultivation’ genoemd. De belangrijkste producten zijn cassave (een soort wortel waar men ook brood van maakt) en rijst, maar men verbouwt ook aardnoten, maïs, suikerriet, tabak, pepers, bananen en kokosnoten.[:]